Doorgaan naar hoofdcontent

11. Voodoo Lounge (1995-1997)

Het was al licht toen Judy (van de knijpers) belde dat we het koffiezetapparaat hadden laten aanstaan in de studio.
Toen de laatste fotograaf vertrok rinkelde de trekbel. Judy. Scheve pet, gekke stippen. Ik pakte ook wat gekkigheid en we stortten ons in het carnavalsgedruis. Het weekeind daarop vierde ze haar dertigste verjaardag. Haar oma op piano. Charles, haar man, schaakte met een vriend en ik zat op de poef omgeven door kunst en muziek. Judy nodigde mij uit voor The Voodoo lounge. The Stones. Geen enkele aanleiding te denken dat we onze vriendschap op het spel zouden zetten. Wilde ik dat weten? Die vijfde dag liet ik ook het laatste cijfer van de draaischijf los en voor we het wisten bestelden we een broodje in een lunchroom tegenover haar werk. Er ging geen hap door onze keel. 

We spraken af aan de stamtafel van het lokale hotel. Even schoof ook Charles aan. Wij bleven. We poolden, dansten en zagen het licht worden. We spraken het niet uit, we raakten elkaar niet aan, we wisten beiden dat het intens was. Die zondag, vertelden we onze partners wat er speelde. Het koffieapparaat was toch uitgezet.
Maandag. Charles. Of ik tijd had. Natuurlijk. ‘Maar er is niets gebeurd’, probeerde ik. ‘Niets gebeurd? Je hebt Judy je liefde verklaard.’ Jezus, was dat zo? Onze levens zouden er anders gaan uitzien. Alles ontplofte. Mijn toenmalige vrouw en ik bezochten een waarzegster. Ze had het maar over water en de dochter van Judy. Fantast. Die had ze niet.

Misschien wel een, twee weken later, Judy aan de telefoon. In verwachting. De kaarten moesten echt opnieuw geschud. Ik had voldoende adrenaline om iedere lijmpoging met het oude evengoed af te wenden. De hypocrieten kwamen vanzelf bovendrijven. Judy trok bij haar ouders in en ik met mijn slaapzak de studio. Voor de helderheid, ik was niet de vader. Dat kon eenvoudigweg niet.

Er gebeurt veel. Buurman die huur ontvangt maar nooit doorbetaalt, mijn grafische vriend die ook in het herenhuis intrekt, mijn vader hertrouwt, mijn moeder stelt haar nieuwe vriend voor en ik wordt uit de ouderlijke macht gezet. Gewoon omdat het kan. Mijn dochter mocht weer komen zodra ik niet meer in ‘een loods’ woonde. Hup, de toch al louche buurman eruit, nieuw huurcontract voor de opkamer. Opgelost. Met Judy bezocht ik het fotofestival, we beleefden 4 mei op het dak van Obibio, boekten Parijs, hadden de Stones nog in het verschiet en bezochten het graf van Faan Nijhoff bij Vevey.

10 november. Judy belt mij wakker. Die ochtend is Nina geboren. Als een schim verliet ik met lange jas en zwarte hoed het ziekenhuis. Toen Charles met ongeveer hetzelfde silhouet binnenkwam, verpleegsters in de war. Judy en Nina betrokken een flat aan de andere zijde van de stadsgracht. Natuurlijk zat ik daar wel eens aan het ontbijt. Vanuit haar keukenraam zagen we hoe een oude school museum werd, met atelierwoning. Ik belde wekelijks met de wethouder of ze al een huurder had. Gloednieuwe woning met kamer voor Doris, kamer voor mijzelf, oud klaslokaal voor de studio. De woonkamer was wel zeven meter hoog en vanaf het dakterras keek ik over de stadsgracht. Voor ‘de loods’ waar ik eerder mijn dochter niet mocht ontvangen had ik al snel een nieuwe huurder… de advocaat van haar moeder. Aan het Stadsmuseum, beneden mij, had ik een goede buur. Iedere opening leverde wel een foto-opdracht op. Zo illustreerde ik voor de gemeente de nieuwe cultuurnota of een hondenpoep-campagne voor de bushokjes. Zomer 1997. Genoeg uit het keukenraam gekeken en draadloos contact via de babyfoon. We legden een vloer op de balken van de woonkamer en Judy en Nina trokken bij mij in.

Voor het ontspullen, in de sfeer van de babyfoon: bakken vol onzinnige draden voor videorecorders, coaxkabels, oude telefoons en modems die nergens meer goed voor zijn. Weg ermee. Voor de Top 60. Stripped van de Rolling Stones (1995); Canto Ostinato (1996) en Across from midnight, Joe Cocker (1997).


Reacties

  1. Mmh, ik geloof dat ik al weet waar je derde boek over zal gaan. Wordt een hit!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

1. Kon geweest 1965-1967

Opgegroeid in de boekwinkel van mijn ouders zou het logischer zijn dat ik hieronder Jungleboek, Bobo of The Hobbit zou posten. Doe ik niet. Ik snuffel in mijn cave-collectie wat ik er aan muzikale parels heb staan uit mijn eerste jaren op deze planeet, en draai er wat van terwijl gewoon het leven van alledag zich door mijn hoofd afspoelt. Evengoed heb ik mij ertoe gezet om, naast al het lonkende vinyl ook te ontspullen en realiseer mij bij het afscheid nemen ervan dat ieder spul verdrongen herinneringen oproept. Van mijn angst voor de tandarts tot mijn eeuwige dorst, het heeft zo zijn grondslagen die zich verhullen in een prul. Bij mijn afscheid van Humpty Dumpty kom ik overigens niet verder dan het geluid van het geklongel (een dof geklingel) en een later bijgebracht Iers kinderversje. Ook de relaxte noten van Wes Montgomery en de stevigere tonen van the Stones zijn mij natuurlijk pas later ter ore gekomen. In militaire dienst was er zelfs een psycholoog voor nodig om mij terug te bre...

2. Sambal 1968-1970

Wat kon ik blèren toen mijn duim tussen de deur kwam van wat mijn ouders ‘het paviljoen’ noemden. Ik had de boosdoener graag laten zien hoe blauw en doorzichtig de duim geworden was, maar de man had zijn bus te halen. De achterzijde van de boekhandel, kwam uit op de bushalte aan de Schuttersgracht. Ik verwonderde mij er over de vele tijdschriften en mocht graag wegzwijmelen in de geur van verse drukinkt. Ik kon al Googlen toen ik vijf was zeg ik wel eens. Dat Googlen avant la lettre moet tussen de Bobo en de Donald Duck hebben plaatsgevonden. Ik kon vroeg lezen, maar ook al vroeg mijn verbeelding zijn werk laten doen, dus wat ik erover opteken zal een mix zijn van reconstructie, herinnering en wat zich in de loop der jaren aan mijn fantasie heeft ontsproten. Boeken met streepjes tussen de lettergrepen, een groot Engels boek met een alfabet van ‘animals’, Pinkeltjes en een Junglebook met opklappende en in- en uitschuifbare dierfiguren. Vele boeken kwamen van Sinterklaas. De goedheiligma...

3. 'Stomerds' (1971-1973)

Als ik uit ons woonkamerraam kijk, zie ik mij als mannetje naar school lopen. De Frisoschool bevindt zich aan het einde van de straat waar ik nu woon. Hoewel mijn toen 16-jarig zusje zich graag om mij bekommerde kan ik mij niet herinneren of er iemand met mij meeliep. Wel in de pauze, wanneer ik met een klasgenootje naar de boekwinkel liep. Visalis. De naam stond, zo begreep ik later, voor visie, sales en libris. Het logo, een uil.  Nog steeds ruik ik het zure appeltje dat ik met mij meedroeg, hoor ik de juffrouw en meester en voel ik het koude brandweerhok waar ik mijn straffen uitzat. Ik zal wel weer aan het dagdromen zijn geweest, want ik liet mij graag afleiden. Wat moet je ook met Oom, Roos en Pijp-bordjes als je denkt dat je toch al kan lezen. In het brandweerhok vermaakte ik mij prima. Daar lagen de boekjes die we in de klas nog niet hadden gekregen. Het huis waar wij woonden werd verkocht, er werden enkele winkelpanden overgenomen en we verhuisden naar de stad. Mijn jongste...