Doorgaan naar hoofdcontent

15. 31 november (2007-2009)

Toen ik destijds de IJsselsteinse cultuurprijs heb mogen meebedenken had ik een soort Pulitzer voor ogen, maar dan 'de Leijerzapf'. Dat vond men een beetje te veel eer voor de kunstenaar, naar het mannetje van Leijerzapf zelf vond men een aardig idee. ‘En hoe nu verder’ heet ‘de sculp’ nu, die bij de cultuurprijs werd uitgereikt. Daarnaast bestond de prijs uit een cheque van € 500,-  Ik besloot, nu ikzelf met de prijs gelauwerd werd, de cheque te besteden aan een nieuwe huisstijl. Fotovorm dekte toch al de lading van mijn diensten niet, dus er moest behalve een nieuw adres ook een ander merk op het visitekaartje. Tussen de boeken van mijn vader trof ik een Latijns woordenboek. Ik bladerde er net zo lang in tot ik het ultieme woord vond dat mij ppaste, Perduco. Verheffen, verbinden en zaken ergens toe brengen. Wat gaat Perduco dan doen? In alles wat ik doe liet ik mij leiden door nieuwsgierigheid. De optelsom ervan is communicatie. Daarin komt alles samen waarmee ik mij tot dan toe profileerde. Mijn trouwe vriend Reijer verzorgde de huisstijl en de visitekaartjes. Communicatie was geen bijzaak meer maar werd mijn kernactiviteit. De fractievoorzitter noemde mij eens het oliekannetje in de fractie. Dat leek mij een passend beeldmerk. 

Mijn moeder raakte steeds verder in de war. Hoewel ze al tien jaar niet meer bij mijn vader was, bleef zij maar naar hem vragen. We besloten haar bij ons in de buurt te houden in een verzorgingshuis en gingen op zoek naar welke verzorging haar het beste zou passen. De vele boeken in haar huis verdeelden we over het documentatiecentrum van de jenaplanschool, waar twee van onze kinderen op zaten en die ze zelf eens had opgezet, en de antroposofische vereniging. De romans brachten we naar een ander verzorgingshuis. Op 1 november hadden we een intakegesprek om te kijken of ze er kon blijven wonen. ‘31 november stond er die donderdag op de kalender. ‘Die dag ga ik niet meemaken’ zei ze. Op 1 december overleed ze. Die dertigste november deed ik de gordijnen van de woonkamer dicht en bedacht me nog even of ik die avond nog bij haar langs zou gaan. Ik hoefde alleen de straat over, maar besloot gewoon die zaterdag te gaan. Inderdaad werd de dag volgend op 30 november de dag die ze niet meer mee zou maken. Vlak nadat ze had aangewezen welke kleding ze graag wilde dragen, viel ze weg.
Intussen werkte ik via een detacheringsbureau bij gemeente Dronten. Ik verving er de ene zwangerschap na de andere en verwonderde mij over de vele huisstijlen, kleuren en typografieën die er door elkaar werden gebruikt. Omdat ik de aanbesteding voor de nieuwe website onder mijn hoede had, mocht ik ook schoon schip maken in de look & feel van de gemeente. Ik maakte kennis met Ben Bos, van het roemruchte Total design. Hij was in 1972 de vormgever van het oorspronkelijke beeldmerk van Dronten en we ontfermden ons over het afstoffen en moderniseren ervan. Terwijl we met Frea, Charles en vrienden een weekeind naar Schotland planden solliciteerde ik op  de valreep als citymarketeer in Dronten. Hoewel ik al enige maanden met hem werkte maakte de burgemeester het mij niet makkelijk in het gesprek. Maar de baan werd mij gegund. In Schotland toostten we op de liefde, het leven, onze kinderen en mijn eerste baan. 

Voor het ontspullen, misschien mijn telefoon eens leegruimen. Waarom heb ik toch steeds 1258 ongelezen berichten en 5973 foto's? Voor de Top 60 
2007 Dat zou mooi zijn, De Dijk (2007); Really Jazzy van Saskia Larroo (2008) en A Night Like This van Caro Emerald. (2009).
Foto: Fotostudio Wierd voor Handel en Wandel. 



Reacties

Populaire posts van deze blog

1. Kon geweest 1965-1967

Opgegroeid in de boekwinkel van mijn ouders zou het logischer zijn dat ik hieronder Jungleboek, Bobo of The Hobbit zou posten. Doe ik niet. Ik snuffel in mijn cave-collectie wat ik er aan muzikale parels heb staan uit mijn eerste jaren op deze planeet, en draai er wat van terwijl gewoon het leven van alledag zich door mijn hoofd afspoelt. Evengoed heb ik mij ertoe gezet om, naast al het lonkende vinyl ook te ontspullen en realiseer mij bij het afscheid nemen ervan dat ieder spul verdrongen herinneringen oproept. Van mijn angst voor de tandarts tot mijn eeuwige dorst, het heeft zo zijn grondslagen die zich verhullen in een prul. Bij mijn afscheid van Humpty Dumpty kom ik overigens niet verder dan het geluid van het geklongel (een dof geklingel) en een later bijgebracht Iers kinderversje. Ook de relaxte noten van Wes Montgomery en de stevigere tonen van the Stones zijn mij natuurlijk pas later ter ore gekomen. In militaire dienst was er zelfs een psycholoog voor nodig om mij terug te bre...

2. Sambal 1968-1970

Wat kon ik blèren toen mijn duim tussen de deur kwam van wat mijn ouders ‘het paviljoen’ noemden. Ik had de boosdoener graag laten zien hoe blauw en doorzichtig de duim geworden was, maar de man had zijn bus te halen. De achterzijde van de boekhandel, kwam uit op de bushalte aan de Schuttersgracht. Ik verwonderde mij er over de vele tijdschriften en mocht graag wegzwijmelen in de geur van verse drukinkt. Ik kon al Googlen toen ik vijf was zeg ik wel eens. Dat Googlen avant la lettre moet tussen de Bobo en de Donald Duck hebben plaatsgevonden. Ik kon vroeg lezen, maar ook al vroeg mijn verbeelding zijn werk laten doen, dus wat ik erover opteken zal een mix zijn van reconstructie, herinnering en wat zich in de loop der jaren aan mijn fantasie heeft ontsproten. Boeken met streepjes tussen de lettergrepen, een groot Engels boek met een alfabet van ‘animals’, Pinkeltjes en een Junglebook met opklappende en in- en uitschuifbare dierfiguren. Vele boeken kwamen van Sinterklaas. De goedheiligma...

3. 'Stomerds' (1971-1973)

Als ik uit ons woonkamerraam kijk, zie ik mij als mannetje naar school lopen. De Frisoschool bevindt zich aan het einde van de straat waar ik nu woon. Hoewel mijn toen 16-jarig zusje zich graag om mij bekommerde kan ik mij niet herinneren of er iemand met mij meeliep. Wel in de pauze, wanneer ik met een klasgenootje naar de boekwinkel liep. Visalis. De naam stond, zo begreep ik later, voor visie, sales en libris. Het logo, een uil.  Nog steeds ruik ik het zure appeltje dat ik met mij meedroeg, hoor ik de juffrouw en meester en voel ik het koude brandweerhok waar ik mijn straffen uitzat. Ik zal wel weer aan het dagdromen zijn geweest, want ik liet mij graag afleiden. Wat moet je ook met Oom, Roos en Pijp-bordjes als je denkt dat je toch al kan lezen. In het brandweerhok vermaakte ik mij prima. Daar lagen de boekjes die we in de klas nog niet hadden gekregen. Het huis waar wij woonden werd verkocht, er werden enkele winkelpanden overgenomen en we verhuisden naar de stad. Mijn jongste...