Toen ik destijds de IJsselsteinse cultuurprijs heb mogen meebedenken had ik een soort Pulitzer voor ogen, maar dan 'de Leijerzapf'. Dat vond men een beetje te veel eer voor de kunstenaar, naar het mannetje van Leijerzapf zelf vond men een aardig idee. ‘En hoe nu verder’ heet ‘de sculp’ nu, die bij de cultuurprijs werd uitgereikt. Daarnaast bestond de prijs uit een cheque van € 500,- Ik besloot, nu ikzelf met de prijs gelauwerd werd, de cheque te besteden aan een nieuwe huisstijl. Fotovorm dekte toch al de lading van mijn diensten niet, dus er moest behalve een nieuw adres ook een ander merk op het visitekaartje. Tussen de boeken van mijn vader trof ik een Latijns woordenboek. Ik bladerde er net zo lang in tot ik het ultieme woord vond dat mij ppaste, Perduco. Verheffen, verbinden en zaken ergens toe brengen. Wat gaat Perduco dan doen? In alles wat ik doe liet ik mij leiden door nieuwsgierigheid. De optelsom ervan is communicatie. Daarin komt alles samen waarmee ik mij tot dan toe profileerde. Mijn trouwe vriend Reijer verzorgde de huisstijl en de visitekaartjes. Communicatie was geen bijzaak meer maar werd mijn kernactiviteit. De fractievoorzitter noemde mij eens het oliekannetje in de fractie. Dat leek mij een passend beeldmerk.
Mijn moeder raakte steeds verder in de war. Hoewel ze al tien jaar niet meer bij mijn vader was, bleef zij maar naar hem vragen. We besloten haar bij ons in de buurt te houden in een verzorgingshuis en gingen op zoek naar welke verzorging haar het beste zou passen. De vele boeken in haar huis verdeelden we over het documentatiecentrum van de jenaplanschool, waar twee van onze kinderen op zaten en die ze zelf eens had opgezet, en de antroposofische vereniging. De romans brachten we naar een ander verzorgingshuis. Op 1 november hadden we een intakegesprek om te kijken of ze er kon blijven wonen. ‘31 november stond er die donderdag op de kalender. ‘Die dag ga ik niet meemaken’ zei ze. Op 1 december overleed ze. Die dertigste november deed ik de gordijnen van de woonkamer dicht en bedacht me nog even of ik die avond nog bij haar langs zou gaan. Ik hoefde alleen de straat over, maar besloot gewoon die zaterdag te gaan. Inderdaad werd de dag volgend op 30 november de dag die ze niet meer mee zou maken. Vlak nadat ze had aangewezen welke kleding ze graag wilde dragen, viel ze weg.
Intussen werkte ik via een detacheringsbureau bij gemeente Dronten. Ik verving er de ene zwangerschap na de andere en verwonderde mij over de vele huisstijlen, kleuren en typografieën die er door elkaar werden gebruikt. Omdat ik de aanbesteding voor de nieuwe website onder mijn hoede had, mocht ik ook schoon schip maken in de look & feel van de gemeente. Ik maakte kennis met Ben Bos, van het roemruchte Total design. Hij was in 1972 de vormgever van het oorspronkelijke beeldmerk van Dronten en we ontfermden ons over het afstoffen en moderniseren ervan. Terwijl we met Frea, Charles en vrienden een weekeind naar Schotland planden solliciteerde ik op de valreep als citymarketeer in Dronten. Hoewel ik al enige maanden met hem werkte maakte de burgemeester het mij niet makkelijk in het gesprek. Maar de baan werd mij gegund. In Schotland toostten we op de liefde, het leven, onze kinderen en mijn eerste baan.
Voor het ontspullen, misschien mijn telefoon eens leegruimen. Waarom heb ik toch steeds 1258 ongelezen berichten en 5973 foto's? Voor de Top 60 2007 Dat zou mooi zijn, De Dijk (2007); Really Jazzy van Saskia Larroo (2008) en A Night Like This van Caro Emerald. (2009).
Foto: Fotostudio Wierd voor Handel en Wandel.
Reacties
Een reactie posten