Doorgaan naar hoofdcontent

14. Moedervlek (2004-2006)

 

Mijn eenmanszaak, Fotovorm creatives, deed al jaren niets met fotografie of vormgeving. Ik bemoeide mij liever met de stad. Zowel in Woerden als IJsselstein leverde dat een solide basis op om weer een huis te kopen. Het museum zou voorlopig niet verkassen en de atelierwoning kopen vond de gemeente geen goed idee. We hadden ons oog laten vallen op een koopwoning tegen de binnenstad aan.
   Om toch betrokken te blijven bij maatschappelijk relevante activiteiten sloot ik mij aan bij de Rotary club. Dezelfde avond zou ook Frea lid worden. Bij klankbordavonden over de binnenstad vertegenwoordigde zij de ondernemersvereniging en ik de culturele sector. Met de sinter
klaasboekjes moest ik nog behoorlijk mijn best doen om de cultuur aan het zakelijke te verbinden. Intussen had zij een kunstenaar aan de haak geslagen… Charles. Ik mag hem, ironisch genoeg, voorstellen als de vader van mijn dochter. De omstandigheden in onze levens maakten dat wij na een wat stroeve start een warme vriendschap mochten opbouwen. 

Ondertussen werd mij op één van de eerste Rotary-avonden duidelijk dat er aan de stoelpoten van onze cultuur- en binnenstadwethouder werd gezaagd. Hij ontfermde zich over een enorme stedelijke uitbreiding, de financiële verantwoording daarvan lag onder vuur en de politieke crisis leidde ertoe dat het college naar huis werd gestuurd.

   Op het kunstenaarscafé had de schilderend wethouder mij eens ingefluisterd dat ik nog wel eens burgemeester van IJsselstein zou worden. Verwonderd besloot ik mij in ieder geval maar alvast aan te sluiten bij een politieke kleur. Het liberalisme ligt mij goed en de lokale VVD heeft een gezellige groep leden, dus waarom niet. Met een vriend bezocht ik Thom de Graaff op zijn tour om zijn ideeën over de gekozen burgemeester uit te venten. Ik schreef mij in bij de Open Universiteit voor een cursus openbaar bestuur en argumentatie, verdiepte mij in de lokale politiek en gemeentelijke dienstverlening en publiceerde mijn ideeën op burgemeestervanijsselstein.nl. Bij een collega-fotograaf liet ik, tegen betaling van een mooie whisky, een serie magistrale foto’s maken. Maart 2005 sneuvelde het gekozen burgemeesterschap. ‘Dan maar eerst wethouder worden’, tekende het Utrechts Nieuwsblad op. Dat was niet persé mijn doel, maar ik werd wel hoog op de VVD-lijst geplaatst. En nu mijn politieke ambitie toch boven het maaiveld uit kwam, wraakte een zure raad zich op de begrotingsavond door te bezuinigen op de cultuur-coördinator. Als raadslid had ik dat evengoed niet kunnen blijven doen, maar voor het platform was dit een dolksteek. ‘Het elan van de leuke dingetjes’, kopte de krant.
   Mijn vader was best trots op de verkiezingsposters en mijn plekje op de kieslijst. Hij kon niet wachten het affiche op te hangen in de hal van zijn appartement. Toch moest ik hem vragen nog even geduld te hebben. Ik zie hem nog bij ons de straat uitlopen met zijn koffertje. Hij zou die woensdag een pacemaker krijgen. Toen ik hem in het ziekenhuis opzocht vroeg hij of
ik dat nu was met die moedervlek op mijn navel. Dat was het laatste wat wij bespraken. Hij raakte in coma en zou daar nooit goed zijn uitgekomen.
Judy besteedde intussen veel tijd aan de Pabo en naast mijn raadswerk was het niet handig dat ik door zou gaan met mijn cursussen. Ergens moesten we de tijd verdelen voor ons gezin.
Het jaar mocht ik afsluiten met de ontvangst van de gemeentelijke cultuurprijs. Frea had in haar winkel een stapeltje kaarten neergelegd, waarop mijn naam al was ingevuld. Ik mocht van de jury uiteindelijk lovende woorden ontvangen over hoe ik overheid, kunstenaars en ondernemers met elkaar verbond. ‘

Voor het ontspullen, eindelijk eens door de koffers van mijn vader. Wat kom ik nog tegen op al die videobanden?

Voor de Top 60: Keane, Alderliefste en Katie Melua.


 

2004 Hopes and Fears, Keane (streaming)

2005 Piece by Piece, Katie Melua (streaming)

2006 Zullen we dansen, De Dijk (CD. Dat zou mooi zijn)


Foto: VNG magazine

Reacties

Populaire posts van deze blog

1. Kon geweest 1965-1967

Opgegroeid in de boekwinkel van mijn ouders zou het logischer zijn dat ik hieronder Jungleboek, Bobo of The Hobbit zou posten. Doe ik niet. Ik snuffel in mijn cave-collectie wat ik er aan muzikale parels heb staan uit mijn eerste jaren op deze planeet, en draai er wat van terwijl gewoon het leven van alledag zich door mijn hoofd afspoelt. Evengoed heb ik mij ertoe gezet om, naast al het lonkende vinyl ook te ontspullen en realiseer mij bij het afscheid nemen ervan dat ieder spul verdrongen herinneringen oproept. Van mijn angst voor de tandarts tot mijn eeuwige dorst, het heeft zo zijn grondslagen die zich verhullen in een prul. Bij mijn afscheid van Humpty Dumpty kom ik overigens niet verder dan het geluid van het geklongel (een dof geklingel) en een later bijgebracht Iers kinderversje. Ook de relaxte noten van Wes Montgomery en de stevigere tonen van the Stones zijn mij natuurlijk pas later ter ore gekomen. In militaire dienst was er zelfs een psycholoog voor nodig om mij terug te bre...

2. Sambal 1968-1970

Wat kon ik blèren toen mijn duim tussen de deur kwam van wat mijn ouders ‘het paviljoen’ noemden. Ik had de boosdoener graag laten zien hoe blauw en doorzichtig de duim geworden was, maar de man had zijn bus te halen. De achterzijde van de boekhandel, kwam uit op de bushalte aan de Schuttersgracht. Ik verwonderde mij er over de vele tijdschriften en mocht graag wegzwijmelen in de geur van verse drukinkt. Ik kon al Googlen toen ik vijf was zeg ik wel eens. Dat Googlen avant la lettre moet tussen de Bobo en de Donald Duck hebben plaatsgevonden. Ik kon vroeg lezen, maar ook al vroeg mijn verbeelding zijn werk laten doen, dus wat ik erover opteken zal een mix zijn van reconstructie, herinnering en wat zich in de loop der jaren aan mijn fantasie heeft ontsproten. Boeken met streepjes tussen de lettergrepen, een groot Engels boek met een alfabet van ‘animals’, Pinkeltjes en een Junglebook met opklappende en in- en uitschuifbare dierfiguren. Vele boeken kwamen van Sinterklaas. De goedheiligma...

3. 'Stomerds' (1971-1973)

Als ik uit ons woonkamerraam kijk, zie ik mij als mannetje naar school lopen. De Frisoschool bevindt zich aan het einde van de straat waar ik nu woon. Hoewel mijn toen 16-jarig zusje zich graag om mij bekommerde kan ik mij niet herinneren of er iemand met mij meeliep. Wel in de pauze, wanneer ik met een klasgenootje naar de boekwinkel liep. Visalis. De naam stond, zo begreep ik later, voor visie, sales en libris. Het logo, een uil.  Nog steeds ruik ik het zure appeltje dat ik met mij meedroeg, hoor ik de juffrouw en meester en voel ik het koude brandweerhok waar ik mijn straffen uitzat. Ik zal wel weer aan het dagdromen zijn geweest, want ik liet mij graag afleiden. Wat moet je ook met Oom, Roos en Pijp-bordjes als je denkt dat je toch al kan lezen. In het brandweerhok vermaakte ik mij prima. Daar lagen de boekjes die we in de klas nog niet hadden gekregen. Het huis waar wij woonden werd verkocht, er werden enkele winkelpanden overgenomen en we verhuisden naar de stad. Mijn jongste...