Intussen had ik mijn visitekaartje in de stad wel afgegeven. Wanneer er portretten van de raadsleden nodig waren of het college van B. en W., mocht ik ze maken. Een derde van de stad was volop in aanbouw dus er was veel te fotograferen. Het Kunstenaarscafé, een initiatief van één van de keramisten die ik in 1981 al ontmoette, kwam bijeen in het Stadsmuseum. En ik had de sleutel. De conservator was druk met de oprichting van het Cultureel Platform en de leden van het café vroegen mij de beeldend kunstenaars daarin te vertegenwoordigen. Op 15 mei 2001 was ik in die rol medeorganisator van het cultuurdebat in het stadhuis en vanaf dat moment was ik coördinator van het Cultureel Platform. Ik bemoeide mij met het debat over de binnenstad, evenementen van het platform, de samenstelling van de culturele agenda, het in contact brengen van mensen, de organisatie van manifestaties en het begeleiden van de marketing. De krantenkoppen over de culturele activiteiten van IJsselstein schreeuwden zo hard dat ook gemeente Woerden in gesprek wilde. Ineens werkte ik voor twee gemeenten. Voor IJsselstein had ik een werkzolder in het Stadsmuseum, ik keek vanaf mijn bureau zo onze eigen keuken in. Voor Woerden werkte ik vanuit het stadhuis. Freelance. Voor beide gemeenten zo’n 18 uur. Ik leerde de gemeenten van binnen en buiten kennen. Hun verschillen, hoe een gemeente werkt, het promoten van de stad, hun relatie met de provincie, het geworstel tussen bestuurders, politiek, beleidsmakers en de samenleving. Ik heb veel van de conservator geleerd over verbindende activiteiten in de stad. Er kwamen rondvaarten in de stadsgracht en een tentoonstelling over Sinterklaas moest worden ingebed tussen ondernemers, religie en cultuur. Aan mij de taak de marketing te verzorgen. In drie maanden tijd hadden we de Nicolaascantate van Britten in de Nicolaaskerk, haalden we de landelijke Sint naar IJsselstein. Ineens was ik sinterklaasdeskundige bij de TROS en zat de conservator bij KRO-RKK in Rond Kerk en Kroeg, vanuit het lokale café. We reproduceerden de Sinterklaasboekjes van 'Schenkman' en de winkeliers deelden ze uit, met een vrijkaartje voor het Stadsmuseum. De ideeënmachine van de conservator inspireerde en misschien was het ook wel dat we elkaar aan het opjagen waren. In ieder geval, we gingen ook samen op pad om andere gemeenten te adviseren over publieksbereik, diversiteit en cultuurbeleid. Provincies ervan overtuigen waarom publieksbereik in onze gemeenten een succes is. In Woerden kwam een netwerk met een maandelijks Cultuurcafé, een cultuurpunt en het Loket Spontane Zaken. De fotostudio raakte steeds meer buiten gebruik. Er stond een grote stamtafel in waar ik mensen ontving en een praatje mee maakte. Ondernemers, politici, bestuurders, kunstenaars. Soms voor een portret, soms om ideeën uit te wisselen bij een kop koffie, meestal om de stad. Mooi te zien hoe een klimaat ontstaat waarin verschillende disciplines in de samenleving elkaar ontmoeten. Toen het museum het schoolgebouw wilde verlaten voor nieuwbouw op het kasteelterrein, hadden Judy en ik algauw een nieuwe bestemming voor ‘ons’ pand. Het professionaliseren van ontmoeting. ‘De IJsselsteinse School’, een soort café chantant met ateliers, workshops en concerten. Maar ja, of het museum werkelijk zou verkassen? En wat zou ik nog met de studio? Ik ontmoet nu wel genoeg mensen. We hebben ook de kinderen van school te halen.
Voor het ontspullen, al die kranten heb ik bewaard. In meervoud. Documenten, naslagwerk, rapporten. Mijn bureau puilt uit, dossierdozen puilen uit. Bananendozen op zolder. Weg ermee. Nog enkele berichten voor het plakboek. Twee vuilniszakken paperassen… in de blauwe bak.
Voor de Top 60: My Way, Herman Brood (2001); Laundry service van Shakira (2002) en Clocks van Coldplay (2003). Het portretje. Op de koninginnenmarkt met mijn moeder.
Reacties
Een reactie posten