Één van de mooiste dingen die ik als wethouder heb mogen doen? Doris trouwen. ‘Publiekszaken’ vond het niet zo’n goed idee dat er voor een bestuurder een uitzondering werd gemaakt een huwelijk te mogen voltrekken. De nieuwe burgemeester leek het daarmee eens. Toch niet, voortaan mochten alle bestuurders huwelijken voltrekken.
De bestuurlijke lucht was blauw en het collegeprogramma kon in drie jaar worden afgevinkt. Het vierde jaar was om te oogsten. De binnenstad kon worden vlotgetrokken door het project te faseren, er lag een fantastische economische visie die ik op verscheidene portefeuilles mocht naleven. Ik was in vergevorderd stadium met Little die bereid was een woonwijk te ontwikkelen, waar tot dan toe een supermarkt in de weg stond, en ook de eerste paal voor het nieuw Plus-terrein mocht worden geslagen. Vlak voor ik het podium betrad voor een aardig woordje aan omwonenden en betrokken ondernemers pakte ik nog even het telefoontje van Judy. Foute boel.
‘We’ gingen een behandeltraject in en maakten er het beste van. In deze tijd speelde op het stadhuis dat aangetrokken medewerkers op nieuw beleid nog in de begroting moesten worden verwerkt. Of dat nu de verantwoordelijkheid was vanuit Bedrijfsvoering, Financiën of die van de domeinen? Geen idee. De coalitie wilde graag voor de begrotingsbehandeling bevestigd hebben dat ik van dat budget management in de organisatie terug wilde. Een winstwaarschuwing. De raad geneerde zich er niet voor om daar de begrotingsraad mee op zijn kop te zetten. Het geld was nog niet eens uitgegeven. De ambtelijke fusie met Montfoort kreeg er de schuld van. Wat werkelijk niet werkte was dat er geen bestuurlijke samenwerking plaatsvond. Twee agenda’s zonder management. De raad triomfeerde. Ik had thuis écht wat beters te doen, dan me door hen over de kling te laten jagen.
Judy en ik brachten enkele dagen door in Scheveningen en op mijn verjaardag besloot ik ermee te stoppen. Personeel bijeen geroepen, een goed besluit niet in de weg staan, persbericht uit, Dronten bellen en naar de Rotary. De oud-fractievoorzitter en oud-gedeputeerde stonden mij er op te wachten en we dronken er een borrel op. Voor ik in Dronten aan de slag ging bracht ik eerst het verhaal van Casper Seyn uit. ‘Eerherstel voor de Leidse stadsfraudeurs’, kopte Leidsch Dagblad. Terugkijkend op mijn duizend dagen als wethouder ging er vooral aandacht naar ‘De Schatbewaarder’, het verhaal van Seyn.
Terug in Dronten viel ik met mijn neus in de boter. Nog lid van de wethoudersvereniging verscheen ik een zekere dag in driedelig op mijn werk. ‘s Middags zou ik een gesprek leiden voor de vereniging. De gemeentesecretaris had net een mailtje ontvangen dat één van de wethouders de pers bijeen had geroepen om zijn afscheid aan te kondigen. Het bleken er twee. Ik er achteraan om nog iets van regie terug te pakken en de media welkom te heten. Met de burgemeester een plan gesmeed om de fractievoorzitters bijeen te roepen en de vermeende angstcultuur en de mediahype de kop in te drukken. Voor zijn afscheid koos hij een eigen moment, ruim nadat we het tevredenheidsonderzoek van medewerkers publiceerden met mooie cijfers. Niets angstcultuur. Ondertussen thuis, Judy is kankervrij en bij Doris en Joost diende ons eerste kleinkind zich aan, Rosie Jaina.
Voor het ontspullen: ongebruikte lampen.
Voor de Top 60: Back to Black, Amy Winehouse; Try again, Chef’ special (2017) en Therapy van Armin van Buuren en James Newman (2018).
Reacties
Een reactie posten