Doorgaan naar hoofdcontent

17. Politiek verlof (2013-2015)



Met de auto’s die ik tussen Dronten en IJsselstein versleet ‘vierden’ wij ook onze vakanties. De auto  mankeerde tijdens die 200 km per dag nooit wat. Behalve op vakantie. Doris ging al niet meer mee sinds haar relatie met Joost. Nina en Faan alleen nog op vliegvakanties. Aan de foto’s te zien was ik er best wel voor ze. Al vulde mijn dagen zich, naast het sociale leven, met Dronten, gemeenteraad en Rotary. Judy werkte intussen bij de man van Carla, haar zwemvriendin.
Ik ontving een eervolle gratificatie voor de feestelijkheden rond de opening van de Hanzelijn. De kers op de taart van het vijftigjarig bestaan van Dronten. Er werden treinkaartjes uitgedeeld aan de eerste bewoners, er was een groot aftelbare urenteller geplaatst bij het station en... treintjes zijn aan mij wel besteed. Het organiseren van feestjes was in die dagen sowieso aan mij besteed. Zo mocht ik samen met Carla ceremoniemeester zijn op het huwelijk van Frea en Charles Carla is behalve zwemvriendin van Judy, ook zeilvriendin van Charles en fractievoorzitter van het CDA in ‘mijn’ gemeenteraad. De vader van Frea overleed enkele maanden voor het huwelijk. Frea vroeg mij, in zijn plaats, haar getuige te willen zijn. Jeetje. Getuige op het huwelijk van de vader van je dochter. Hoe bijzonder is dat? Natuurlijk moest ik dat thuis overleggen. Ondertussen zijn de verkiezingen van 2014 in voorbereiding. De periode daaraan voorafgaand was de VVD met acht zetels de grootste partij in de gemeenteraad, dus wat we konden voorkomen, konden we ook op worden afgerekend. Carla en ik hadden die donderdag voorafgaand aan het huwelijk nog tot diep in de nacht vergaderd over betaald parkeren en zouden pas in het holst van de nacht in Drenthe aankomen. Dat betaald parkeren werd groot opgeblazen door de oppositie. Op de dag van de verkiezingen werden zelfs de parkeerautomaten de stad ingereden. Het betekende een halvering van de fractie. Nu zou ik als de nummer drie op de lijst een ‘veilige’ plek hebben, waren het niet dat twee kandidaten nog meer voorkeurstemmen hadden dan ik.
Zoveel vreugde als in 2010, zoveel teleurstelling in 2014. Geen terugkeer in de gemeenteraad. Ik besloot een onderzoek op te pakken dat ik altijd al had willen doen. Hoe zat het nu werkelijk met die voorvader Casper Seyn? Wat bezielde die man, om na het vertrek van de Fransen de stadskas te blijven afromen? Intussen vonden de onderhandelingen voor de coalitie plaats. Werd ik eerder als cultuur-coördinator door de raad wegbezuinigd, kwam ik terug als raadslid. Nu kwam ik als raadslid niet meer terug en werd ik voorgesteld als wethouder. Wilde ik graag. Eervol om de stad te mogen besturen waar je opgroeide. Geen kinderachtige portefeuille, goed passend op de dossiers waar ik in Dronten communicatieadviseur voor was. Ruimtelijke ontwikkeling, economie, binnenstad, citymarketing, bedrijfsvoering, vergunningverlening, verkeer. Ik kreeg van Dronten Politiek verlof. IJsselstein had zich intussen in een kluwen van experimenten gestort. Zo schrijft de gemeenteraad de kadernota’s, geen managers in de organisatie en een bedrijfsnaam dat ‘samenwerking’ uitdraagt, terwijl het om één gemeenschappelijke organisatie gaat, met twee politieke agenda's en drie begrotingen.
Voor het ontspullen: De familiedocumenten eens documenteren.
Voor de Top 60: Papaoutai, Stromae (2013); The Journey, Tim Akkerman  (2014) en  Are you with me, Lost Frequencies
(2015). 





Reacties

Populaire posts van deze blog

1. Kon geweest 1965-1967

Opgegroeid in de boekwinkel van mijn ouders zou het logischer zijn dat ik hieronder Jungleboek, Bobo of The Hobbit zou posten. Doe ik niet. Ik snuffel in mijn cave-collectie wat ik er aan muzikale parels heb staan uit mijn eerste jaren op deze planeet, en draai er wat van terwijl gewoon het leven van alledag zich door mijn hoofd afspoelt. Evengoed heb ik mij ertoe gezet om, naast al het lonkende vinyl ook te ontspullen en realiseer mij bij het afscheid nemen ervan dat ieder spul verdrongen herinneringen oproept. Van mijn angst voor de tandarts tot mijn eeuwige dorst, het heeft zo zijn grondslagen die zich verhullen in een prul. Bij mijn afscheid van Humpty Dumpty kom ik overigens niet verder dan het geluid van het geklongel (een dof geklingel) en een later bijgebracht Iers kinderversje. Ook de relaxte noten van Wes Montgomery en de stevigere tonen van the Stones zijn mij natuurlijk pas later ter ore gekomen. In militaire dienst was er zelfs een psycholoog voor nodig om mij terug te bre...

2. Sambal 1968-1970

Wat kon ik blèren toen mijn duim tussen de deur kwam van wat mijn ouders ‘het paviljoen’ noemden. Ik had de boosdoener graag laten zien hoe blauw en doorzichtig de duim geworden was, maar de man had zijn bus te halen. De achterzijde van de boekhandel, kwam uit op de bushalte aan de Schuttersgracht. Ik verwonderde mij er over de vele tijdschriften en mocht graag wegzwijmelen in de geur van verse drukinkt. Ik kon al Googlen toen ik vijf was zeg ik wel eens. Dat Googlen avant la lettre moet tussen de Bobo en de Donald Duck hebben plaatsgevonden. Ik kon vroeg lezen, maar ook al vroeg mijn verbeelding zijn werk laten doen, dus wat ik erover opteken zal een mix zijn van reconstructie, herinnering en wat zich in de loop der jaren aan mijn fantasie heeft ontsproten. Boeken met streepjes tussen de lettergrepen, een groot Engels boek met een alfabet van ‘animals’, Pinkeltjes en een Junglebook met opklappende en in- en uitschuifbare dierfiguren. Vele boeken kwamen van Sinterklaas. De goedheiligma...

3. 'Stomerds' (1971-1973)

Als ik uit ons woonkamerraam kijk, zie ik mij als mannetje naar school lopen. De Frisoschool bevindt zich aan het einde van de straat waar ik nu woon. Hoewel mijn toen 16-jarig zusje zich graag om mij bekommerde kan ik mij niet herinneren of er iemand met mij meeliep. Wel in de pauze, wanneer ik met een klasgenootje naar de boekwinkel liep. Visalis. De naam stond, zo begreep ik later, voor visie, sales en libris. Het logo, een uil.  Nog steeds ruik ik het zure appeltje dat ik met mij meedroeg, hoor ik de juffrouw en meester en voel ik het koude brandweerhok waar ik mijn straffen uitzat. Ik zal wel weer aan het dagdromen zijn geweest, want ik liet mij graag afleiden. Wat moet je ook met Oom, Roos en Pijp-bordjes als je denkt dat je toch al kan lezen. In het brandweerhok vermaakte ik mij prima. Daar lagen de boekjes die we in de klas nog niet hadden gekregen. Het huis waar wij woonden werd verkocht, er werden enkele winkelpanden overgenomen en we verhuisden naar de stad. Mijn jongste...