Doorgaan naar hoofdcontent

16. Tijdcapsule (2010-2012)



Honderden kinderen op ‘De Plos’. Waar ik eens met mijn zusje van 14 in zo’n draaimolen-autootje rondjes draaide is een groot gat gegraven. Faan is intussen elf en heeft ook zijn tekening gedoneerd voor de tijdcapsule. In 2060 wordt het gat weer geopend. IJsselstein bestaat 700 jaar, en ik mocht er de voorzitter van zijn. Hier heb ik leren voorzitten hoor. Ik had vanwege mijn betrokkenheid bij de bestuurlijke vernieuwing (niet meer inspreken in commissies, maar meespreken) wat voorzitterstrainingen gevolgd en was intussen voorzitter van de commissie ‘samenleving’. Maar dit was toch wel een schoolklas. De gemeenteraad had 17 ego’s uitgezocht die het comité zouden vormen. De burgemeester honorair voorzitter. Op afstand. Hij bood aan de eerste bijeenkomst zelf voor te zitten. Geen goed idee. Dan raak ik regie kwijt. Honorair voorzitter is er bij openbare optredens. slaan van stadsmunt, openen tentoonstellingen, het publieke deel. Mijn eigen ideeën hield ik in mijn zak. Eerst alles in goede banen leiden. De twee meest uiteenlopende plannenmakers heb ik voorgesteld samen plan voor te bereiden en een volgende gelegenheid te bespreken. Dat werd IJsselstein 700 jaar stad. Vier kwartalen, vier thema’s. Historisch/educatief, Cultureel, Sportief en Bourgondisch. Vijf mensen in bestuur. De anderen in groepjes van drie ‘hun’ kwartaal. Dat maakte de boel werkbaar.

Het stichten van de stad werd met een concert gevierd in de Oude Nicolaaskerk. Gereserveerde plaatsen voor de voorzitters, comitéleden, prinses Margriet en natuurlijk ruimte voor publiek. De kerk is in 1310 gesticht door Gijsbrecht van Amstel en IJsselstein mocht vanaf dat moment jaarmarkten houden, belastingen heffen en zichzelf stad noemen. Natuurlijk mochten Judy en ik de prinses begroeten bij binnenkomst, meewandelen naar onze plaatsen en plaatsnemen naast de… nee. Één van de ego’s had de naamkaartjes omgewisseld en besloot zelf naast de prinses te zitten. Geen stennis schoppen. Evalueren achteraf. 
Frea, de close geworden opticien, bemoeide zich er graag mee. Of ik nu een bril nodig had of niet, inmeten. Vanaf dat moment droeg ik een JFK bril. Om serieus genomen te worden. Volgens mij droeg mijn grootvader zo’n bril en dat leek mij best wel een man die respect afdwong. Kwam misschien ook omdat hij mij had opgesloten toen ik van de taart had gesnoept. Met deze bril zou ik het Stadsmuseum voor de poorten van de hel wegslepen. 

Ik zat er namens de gemeenteraad in de bestuurscommissie en één van de raadspartijen die tot dan toe een wat onzichtbare afgevaardigde in het bestuur had, liet het zich gebeuren dat het museum maar naar de bibliotheek had te verhuizen. Zijn fractievoorzitter vond het niet de bedoeling dat iemand uit het museumbestuur in de raad zou spreken. Die wind moest anders. Ik heb in de raad uitgelegd dat ik namens hén in het museumbestuur zit en niet andersom. Was geen speld tussen te krijgen. Ik had toch goed begrepen dat de raad het budget wilde halveren. Check. Ik had toch goed begrepen dat de raad het museum wilde verzelfstandigen. Check. Bent u het dan ook met mij eens dat het niet aan de gemeente is, waar een verzelfstandigd bedrijf zich vestigt. Dat was nog eens lekker debatteren. Fijne bril. 

Van de gemeente ontving 700 jaar Stad € 100.000,-. Vond de raad ingewikkeld dat we een groot deel uitgaven aan beeldscherm op stadhuis. Toch slimme investering. Tegenprestatie voor sponsorship was vermelding op scherm. Zo’n zeven ton mee verworven. Dat terwijl de ondernemers in crisis zitten. Tijd heeft ook waarde. 

Voor de Top 60, X van Ed Sheeran (2010); Sundays in New York van Trijntje Oosterhuis (2011) en Somebody that I used to know, Gotye feat. Kimbra. Voor het ontspullen, de oude boekjes van Jules Verne meegegeven aan Faan.

Foto: Lysette Verwegen.



Reacties

Populaire posts van deze blog

1. Kon geweest 1965-1967

Opgegroeid in de boekwinkel van mijn ouders zou het logischer zijn dat ik hieronder Jungleboek, Bobo of The Hobbit zou posten. Doe ik niet. Ik snuffel in mijn cave-collectie wat ik er aan muzikale parels heb staan uit mijn eerste jaren op deze planeet, en draai er wat van terwijl gewoon het leven van alledag zich door mijn hoofd afspoelt. Evengoed heb ik mij ertoe gezet om, naast al het lonkende vinyl ook te ontspullen en realiseer mij bij het afscheid nemen ervan dat ieder spul verdrongen herinneringen oproept. Van mijn angst voor de tandarts tot mijn eeuwige dorst, het heeft zo zijn grondslagen die zich verhullen in een prul. Bij mijn afscheid van Humpty Dumpty kom ik overigens niet verder dan het geluid van het geklongel (een dof geklingel) en een later bijgebracht Iers kinderversje. Ook de relaxte noten van Wes Montgomery en de stevigere tonen van the Stones zijn mij natuurlijk pas later ter ore gekomen. In militaire dienst was er zelfs een psycholoog voor nodig om mij terug te bre...

2. Sambal 1968-1970

Wat kon ik blèren toen mijn duim tussen de deur kwam van wat mijn ouders ‘het paviljoen’ noemden. Ik had de boosdoener graag laten zien hoe blauw en doorzichtig de duim geworden was, maar de man had zijn bus te halen. De achterzijde van de boekhandel, kwam uit op de bushalte aan de Schuttersgracht. Ik verwonderde mij er over de vele tijdschriften en mocht graag wegzwijmelen in de geur van verse drukinkt. Ik kon al Googlen toen ik vijf was zeg ik wel eens. Dat Googlen avant la lettre moet tussen de Bobo en de Donald Duck hebben plaatsgevonden. Ik kon vroeg lezen, maar ook al vroeg mijn verbeelding zijn werk laten doen, dus wat ik erover opteken zal een mix zijn van reconstructie, herinnering en wat zich in de loop der jaren aan mijn fantasie heeft ontsproten. Boeken met streepjes tussen de lettergrepen, een groot Engels boek met een alfabet van ‘animals’, Pinkeltjes en een Junglebook met opklappende en in- en uitschuifbare dierfiguren. Vele boeken kwamen van Sinterklaas. De goedheiligma...

3. 'Stomerds' (1971-1973)

Als ik uit ons woonkamerraam kijk, zie ik mij als mannetje naar school lopen. De Frisoschool bevindt zich aan het einde van de straat waar ik nu woon. Hoewel mijn toen 16-jarig zusje zich graag om mij bekommerde kan ik mij niet herinneren of er iemand met mij meeliep. Wel in de pauze, wanneer ik met een klasgenootje naar de boekwinkel liep. Visalis. De naam stond, zo begreep ik later, voor visie, sales en libris. Het logo, een uil.  Nog steeds ruik ik het zure appeltje dat ik met mij meedroeg, hoor ik de juffrouw en meester en voel ik het koude brandweerhok waar ik mijn straffen uitzat. Ik zal wel weer aan het dagdromen zijn geweest, want ik liet mij graag afleiden. Wat moet je ook met Oom, Roos en Pijp-bordjes als je denkt dat je toch al kan lezen. In het brandweerhok vermaakte ik mij prima. Daar lagen de boekjes die we in de klas nog niet hadden gekregen. Het huis waar wij woonden werd verkocht, er werden enkele winkelpanden overgenomen en we verhuisden naar de stad. Mijn jongste...