Met rouwberichten en interviews bracht ik de recente familiegeschiedenis in kaart. Aardig te ontdekken dat iedere voorouder weer twee ouders heeft en dat er, bij iedere generatie eerder, zich dus ook twee keer zoveel namen aandienen. Ik pak voor nu ‘mijn’ opa en oma-lijnen. Aan vaders zijde stuitte ik op het doopboek van Meulunteren waar ‘de eerste’ Veldhuijsen in (pak-‘m-beet) de achttiende eeuw werd ingeschreven als een ‘Willemsen’, kennelijk geboren in ‘het Veldhuisje’. De familie vestigde zich in Lage Vuurse, waar mijn betovergrootvader boswachter was. Zijn kleinzoon, mijn opa, werd leraar in Nederlands-Indië, vandaar dat mijn vader in Semarang werd geboren. Mijn oma kwam uit Nijmegen. Kleindochter van een winkelierster die al enkele jaren weduwe was toen zij miraculeus een zoon kreeg. Mijn oma aan moederszijde bracht de kleurrijke ontdekkingen van haar broer, tussen haar spraakoefeningen en levenswijs heden verder. Globetrotters, VOC-bestuurders, kolonisten met klankvolle namen al...