Het was al licht toen Judy (van de knijpers) belde dat we het koffiezetapparaat hadden laten aanstaan in de studio. Toen de laatste fotograaf vertrok rinkelde de trekbel. Judy. Scheve pet, gekke stippen. Ik pakte ook wat gekkigheid en we stortten ons in het carnavalsgedruis. Het weekeind daarop vierde ze haar dertigste verjaardag. Haar oma op piano. Charles, haar man, schaakte met een vriend en ik zat op de poef omgeven door kunst en muziek. Judy nodigde mij uit voor The Voodoo lounge. The Stones. Geen enkele aanleiding te denken dat we onze vriendschap op het spel zouden zetten. Wilde ik dat weten? Die vijfde dag liet ik ook het laatste cijfer van de draaischijf los en voor we het wisten bestelden we een broodje in een lunchroom tegenover haar werk. Er ging geen hap door onze keel. We spraken af aan de stamtafel van het lokale hotel. Even schoof ook Charles aan. Wij bleven. We poolden, dansten en zagen het licht worden. We spraken het niet uit, we raakten elkaar niet aan, we wist...