Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit oktober, 2024 tonen

11. Voodoo Lounge (1995-1997)

Het was al licht toen Judy (van de knijpers) belde dat we het koffiezetapparaat hadden laten aanstaan in de studio. Toen de laatste fotograaf vertrok rinkelde de trekbel. Judy. Scheve pet, gekke stippen. Ik pakte ook wat gekkigheid en we stortten ons in het carnavalsgedruis. Het weekeind daarop vierde ze haar dertigste verjaardag. Haar oma op piano. Charles, haar man, schaakte met een vriend en ik zat op de poef omgeven door kunst en muziek. Judy nodigde mij uit voor The Voodoo lounge. The Stones. Geen enkele aanleiding te denken dat we onze vriendschap op het spel zouden zetten. Wilde ik dat weten? Die vijfde dag liet ik ook het laatste cijfer van de draaischijf los en voor we het wisten bestelden we een broodje in een lunchroom tegenover haar werk. Er ging geen hap door onze keel.  We spraken af aan de stamtafel van het lokale hotel. Even schoof ook Charles aan. Wij bleven. We poolden, dansten en zagen het licht worden. We spraken het niet uit, we raakten elkaar niet aan, we wist...

9. Sokkels (1989-1991)

Sommige opdrachten op de School voor Fotografie waren vrij, andere wat strakker. Reclame voor Zeeuws meisje of Samson, cover voor Viva of een reportage over de maatschappelijke zelfkant voor Vrij Nederland. Iets met inflitsen bij kunstlicht, veel groenten in mooi studiolicht, cornflakes zonder deukjes, bestek zonder reflectie, portret van een beroemdheid. Ik besloot de meest ijdele man te vragen, couturier Frank Gover. Boven zijn modehuis. Voor het raam. Beetje reflectie. Ik mocht daarna regelmatig zijn modeshows fotograferen, in Antwerpen of Amsterdam. Ik kwam thuis bij Theun de Vries, Sophie van Kleef, Jaap van Zweden. Ik bezocht Corneille in zijn atelier in Parijs. Ik ben wel drie keer naar dezelfde oudejaarsconference van Youp van ‘t Hek geweest. Martine Bijl rookte in zijn kleedkamer graag mee van mijn Dunhill. Ja. Ik was in de Avenue gestonken. Achterop stonden advertenties van Grand Marnier en Dunhill. Dat werden míj́n merken. Een 10 kreeg ik voor de serie. Het was de boekhoudin...

10. Wasknijpers (1992-1994)

  Mijn ouders vierden, ondanks hun onderbrekingen, hun veertigjarig huwelijk. Iemand onder ons opperde een gezellige foto van de familie te maken. Ik was een hork en haakte af. Mij waren vooral de pakken rammel bijgebleven, de veilige afstand en de geforceerde keuzes die ik had te maken. Twaalf jaar had ik mij achter mijn camera verscholen, misschien wel ondankbaar, schreeuwend om respect. Het portret zou een collage worden.  Ook in mijn baantjes hadden mijn werkgevers mijn respect te verdienen. Ik kan nu eenmaal slecht tegen een arrogante werkrelatie en ik had relevantere dingen te doen. Op enig moment vond zo’n ‘chef’ dat we wat meer afstand moesten scheppen. Ik stelde daarop voor dat hij mij voortaan met mijnheer zou aanspreken. Dat incident leidde een nieuwe tijd in. Nu de opleiding klaar was kon ik ochtend- of avonddiensten draaien en daarnaast tijd vinden opdrachten binnen te slepen. Ik kreeg opdrachten voor TV-magazine, Club Veronica en ‘Hallo’ van Patty Brard. Zij had ...

8. Paardendekens (1986-1988)

Februari 1986 betrok ik mijn appartement in Nieuwegein. Mijn doorreis tussen IJsselstein en Den Haag. De wasmachine moest zijn donkere ruimte delen met de vergrotingskoker. Mijn luxe bestond uit Aramis, eyeliner en Dunhill. Drijfveer was mijn altijd verse portfolio. De dagen begonnen om 7.00 uur in de doka van de drukkerij en eindigden om 24.00 uur als ik terug was uit Den Haag. Vaak nog even mijn eigen donkere kamer in.    Mensen mee naar huis, ik mocht het zelf weten. Vrienden, vreemden, visagisten. Voor wie bleef slapen had ik paardendekens. Ik was er niet vaak, dus de sleutel kon ook wel bij een vriend zijn afgegeven. Ondertussen kreeg mijn vader een herseninfarct en wilde mijn moeder na 40 jaar scheiden. Ze kwam zolang bij mij in. Na enkele weken betrok ze haar eigen appartement. Regelmatig zag ik toch de auto van mijn vader voor de deur. Ze trok weer bij hem in.     De elfde december van 1986 had mijn zus het krantenbericht door mijn brievenbus gedaan da...

7. Andropov (1983-1985)

Intussen betrok ik de zolder van mijn ouderlijk huis. Secretaire, wit zolderdak, blauwe vloer, grammofoonplaten, mooie plant, paars licht uit het aquarium en achter de kledingkasten, mijn donkere kamer. Ik was toegelaten op de fotoschool van Hans Götze, maar ik kreeg geen uitstel voor militaire dienst. Mijn plunjebaal voldeed als zitzak. Wat moest ik in jezusnaam tussen aldie grote mannen. Jankend kroop ik over de keukenvloer dat ik niet wilde. Mijn ouders vonden dat ik het maar had te doen. Zonder ‘Hiroshima’ was ik er niet geweest, opa was generaal, en mijn vader had ook KMA gedaan. Als ik dan toch moet... provoceren.    Ik schreef mij in voor Libanon. Of k gek geworden was. Maar ik zag mogelijkheden. Ik had het werk van een Amerikaans oorlogsfotograaf bestudeerd die ook met kunstenaars als Picasso omging en de kunstschatten van het Kremlin fotografeerde. Het einde van de grafische school sloot ook al niet aan, want de dienst begon pas in november. 83-6. De tussenli...