Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2024 tonen

16. Tijdcapsule (2010-2012)

Honderden kinderen op ‘De Plos’. Waar ik eens met mijn zusje van 14 in zo’n draaimolen-autootje rondjes draaide is een groot gat gegraven. Faan is intussen elf en heeft ook zijn tekening gedoneerd voor de tijdcapsule. In 2060 wordt het gat weer geopend. IJsselstein bestaat 700 jaar, en ik mocht er de voorzitter van zijn. Hier heb ik leren voorzitten hoor. Ik had vanwege mijn betrokkenheid bij de bestuurlijke vernieuwing (niet meer inspreken in commissies, maar meespreken) wat voorzitterstrainingen gevolgd en was intussen voorzitter van de commissie ‘samenleving’. Maar dit was toch wel een schoolklas. De gemeenteraad had 17 ego’s uitgezocht die het comitĂ© zouden vormen. De burgemeester honorair voorzitter. Op afstand. Hij bood aan de eerste bijeenkomst zelf voor te zitten. Geen goed idee. Dan raak ik regie kwijt. Honorair voorzitter is er bij openbare optredens. slaan van stadsmunt, openen tentoonstellingen, het publieke deel. Mijn eigen ideeĂ«n hield ik in mijn zak. Eerst alles in goede...

15. 31 november (2007-2009)

Toen ik destijds de IJsselsteinse cultuurprijs heb mogen meebedenken had ik een soort Pulitzer voor ogen, maar dan 'de Leijerzapf'. Dat vond men een beetje te veel eer voor de kunstenaar, naar het mannetje van Leijerzapf zelf vond men een aardig idee. ‘En hoe nu verder’ heet ‘de sculp’ nu, die bij de cultuurprijs werd uitgereikt. Daarnaast bestond de prijs uit een cheque van € 500,-  Ik besloot, nu ikzelf met de prijs gelauwerd werd, de cheque te besteden aan een nieuwe huisstijl. Fotovorm dekte toch al de lading van mijn diensten niet, dus er moest behalve een nieuw adres ook een ander merk op het visitekaartje. Tussen de boeken van mijn vader trof ik een Latijns woordenboek. Ik bladerde er net zo lang in tot ik het ultieme woord vond dat mij ppaste, Perduco. Verheffen, verbinden en zaken ergens toe brengen. Wat gaat Perduco dan doen? In alles wat ik doe liet ik mij leiden door nieuwsgierigheid. De optelsom ervan is communicatie. Daarin komt alles samen waarmee ik mij tot dan ...

14. Moedervlek (2004-2006)

  Mijn eenmanszaak, Fotovorm creatives, deed al jaren niets met fotografie of vormgeving. Ik bemoeide mij liever met de stad. Zowel in Woerden als IJsselstein leverde dat een solide basis op om weer een huis te kopen. Het museum zou voorlopig niet verkassen en de atelierwoning kopen vond de gemeente geen goed idee. We hadden ons oog laten vallen op een koopwoning tegen de binnenstad aan.    Om toch betrokken te blijven bij maatschappelijk relevante activiteiten sloot ik mij aan bij de Rotary club. Dezelfde avond zou ook Frea lid worden. Bij klankbordavonden over de binnenstad vertegenwoordigde zij de ondernemersvereniging en ik de culturele sector. Met de sinter klaasboekjes moest ik nog behoorlijk mijn best doen om de cultuur aan het zakelijke te verbinden. Intussen had zij een kunstenaar aan de haak geslagen… Charles. Ik mag hem, ironisch genoeg, voorstellen als de vader van mijn dochter. De omstandigheden in onze levens maakten dat wij na een wat stroeve start een war...

13. Spontane zaken (2001-2003)

Intussen had ik mijn visitekaartje in de stad wel afgegeven. Wanneer er portretten van de raadsleden nodig waren of het college van B. en W., mocht ik ze maken. Een derde van de stad was volop in aanbouw dus er was veel te fotograferen. Het KunstenaarscafĂ©, een initiatief van Ă©Ă©n van de keramisten die ik in 1981 al ontmoette, kwam bijeen in het Stadsmuseum. En ik had de sleutel. De conservator was druk met de oprichting van het Cultureel Platform en de leden van het cafĂ© vroegen mij de beeldend kunstenaars daarin te vertegenwoordigen. Op 15 mei 2001 was ik in die rol medeorganisator van het cultuurdebat in het stadhuis en vanaf dat moment was ik coördinator van het Cultureel Platform. Ik bemoeide mij met het debat over de binnenstad, evenementen van het platform, de samenstelling van de culturele agenda, het in contact brengen van mensen, de organisatie van manifestaties en het begeleiden van de marketing. De krantenkoppen over de culturele activiteiten van IJsselstein schreeuwden ...

12. Trafalgar square (1998-2000)

  Zaterdag 17 januari 1998. De ouders van mijn vriend aan de deur. Een hechte band had ik niet met hen, maar ze waren kennelijk benieuwd hoe wij erbij zaten. Die avond zou ik mijn verjaardag vieren. 33. Oh shit. De zwangerschapstest verstoppen. We wisten het nog maar net.    We hadden er niet veel woorden voor nodig en ‘een op de knieĂ«n’ zat er al helemaal niet in. We waren allebei al een keer getrouwd geweest, dus we gingen voor het geregistreerd partnerschap. Sinds 1 januari dat jaar mochten stellen, van welke sekse ook, zich registreren als partners. Precies hetzelfde als een huwelijk, maar dan moest je nog wel bij de notaris organiseren dat voor de kinderen ook alles  goed geregeld is. Hm. Twee aktes dus. We prikten onze datum. Maar ja, 5 mei worden er geen huwelijken gesloten. Twee dagen later. Ook ok. Mooie donkerrode jurk met gebloemde tak voor Judy, David Bowie-look voor mij. Mijn trouwe vriend werd nu mijn trouwe getuige. Natuurlijk een borrel in het Stadsm...

11. Voodoo Lounge (1995-1997)

Het was al licht toen Judy (van de knijpers) belde dat we het koffiezetapparaat hadden laten aanstaan in de studio. Toen de laatste fotograaf vertrok rinkelde de trekbel. Judy. Scheve pet, gekke stippen. Ik pakte ook wat gekkigheid en we stortten ons in het carnavalsgedruis. Het weekeind daarop vierde ze haar dertigste verjaardag. Haar oma op piano. Charles, haar man, schaakte met een vriend en ik zat op de poef omgeven door kunst en muziek. Judy nodigde mij uit voor The Voodoo lounge. The Stones. Geen enkele aanleiding te denken dat we onze vriendschap op het spel zouden zetten. Wilde ik dat weten? Die vijfde dag liet ik ook het laatste cijfer van de draaischijf los en voor we het wisten bestelden we een broodje in een lunchroom tegenover haar werk. Er ging geen hap door onze keel.  We spraken af aan de stamtafel van het lokale hotel. Even schoof ook Charles aan. Wij bleven. We poolden, dansten en zagen het licht worden. We spraken het niet uit, we raakten elkaar niet aan, we wist...

9. Sokkels (1989-1991)

Sommige opdrachten op de School voor Fotografie waren vrij, andere wat strakker. Reclame voor Zeeuws meisje of Samson, cover voor Viva of een reportage over de maatschappelijke zelfkant voor Vrij Nederland. Iets met inflitsen bij kunstlicht, veel groenten in mooi studiolicht, cornflakes zonder deukjes, bestek zonder reflectie, portret van een beroemdheid. Ik besloot de meest ijdele man te vragen, couturier Frank Gover. Boven zijn modehuis. Voor het raam. Beetje reflectie. Ik mocht daarna regelmatig zijn modeshows fotograferen, in Antwerpen of Amsterdam. Ik kwam thuis bij Theun de Vries, Sophie van Kleef, Jaap van Zweden. Ik bezocht Corneille in zijn atelier in Parijs. Ik ben wel drie keer naar dezelfde oudejaarsconference van Youp van ‘t Hek geweest. Martine Bijl rookte in zijn kleedkamer graag mee van mijn Dunhill. Ja. Ik was in de Avenue gestonken. Achterop stonden advertenties van Grand Marnier en Dunhill. Dat werden mĂ­j́n merken. Een 10 kreeg ik voor de serie. Het was de boekhoudin...

10. Wasknijpers (1992-1994)

  Mijn ouders vierden, ondanks hun onderbrekingen, hun veertigjarig huwelijk. Iemand onder ons opperde een gezellige foto van de familie te maken. Ik was een hork en haakte af. Mij waren vooral de pakken rammel bijgebleven, de veilige afstand en de geforceerde keuzes die ik had te maken. Twaalf jaar had ik mij achter mijn camera verscholen, misschien wel ondankbaar, schreeuwend om respect. Het portret zou een collage worden.  Ook in mijn baantjes hadden mijn werkgevers mijn respect te verdienen. Ik kan nu eenmaal slecht tegen een arrogante werkrelatie en ik had relevantere dingen te doen. Op enig moment vond zo’n ‘chef’ dat we wat meer afstand moesten scheppen. Ik stelde daarop voor dat hij mij voortaan met mijnheer zou aanspreken. Dat incident leidde een nieuwe tijd in. Nu de opleiding klaar was kon ik ochtend- of avonddiensten draaien en daarnaast tijd vinden opdrachten binnen te slepen. Ik kreeg opdrachten voor TV-magazine, Club Veronica en ‘Hallo’ van Patty Brard. Zij had ...

8. Paardendekens (1986-1988)

Februari 1986 betrok ik mijn appartement in Nieuwegein. Mijn doorreis tussen IJsselstein en Den Haag. De wasmachine moest zijn donkere ruimte delen met de vergrotingskoker. Mijn luxe bestond uit Aramis, eyeliner en Dunhill. Drijfveer was mijn altijd verse portfolio. De dagen begonnen om 7.00 uur in de doka van de drukkerij en eindigden om 24.00 uur als ik terug was uit Den Haag. Vaak nog even mijn eigen donkere kamer in.    Mensen mee naar huis, ik mocht het zelf weten. Vrienden, vreemden, visagisten. Voor wie bleef slapen had ik paardendekens. Ik was er niet vaak, dus de sleutel kon ook wel bij een vriend zijn afgegeven. Ondertussen kreeg mijn vader een herseninfarct en wilde mijn moeder na 40 jaar scheiden. Ze kwam zolang bij mij in. Na enkele weken betrok ze haar eigen appartement. Regelmatig zag ik toch de auto van mijn vader voor de deur. Ze trok weer bij hem in.     De elfde december van 1986 had mijn zus het krantenbericht door mijn brievenbus gedaan da...

7. Andropov (1983-1985)

Intussen betrok ik de zolder van mijn ouderlijk huis. Secretaire, wit zolderdak, blauwe vloer, grammofoonplaten, mooie plant, paars licht uit het aquarium en achter de kledingkasten, mijn donkere kamer. Ik was toegelaten op de fotoschool van Hans Götze, maar ik kreeg geen uitstel voor militaire dienst. Mijn plunjebaal voldeed als zitzak. Wat moest ik in jezusnaam tussen aldie grote mannen. Jankend kroop ik over de keukenvloer dat ik niet wilde. Mijn ouders vonden dat ik het maar had te doen. Zonder ‘Hiroshima’ was ik er niet geweest, opa was generaal, en mijn vader had ook KMA gedaan. Als ik dan toch moet... provoceren.    Ik schreef mij in voor Libanon. Of k gek geworden was. Maar ik zag mogelijkheden. Ik had het werk van een Amerikaans oorlogsfotograaf bestudeerd die ook met kunstenaars als Picasso omging en de kunstschatten van het Kremlin fotografeerde. Het einde van de grafische school sloot ook al niet aan, want de dienst begon pas in november. 83-6. De tussenli...

6. Tienertoer (1980-1982)

Met rouwberichten en interviews bracht ik de recente familiegeschiedenis in kaart. Aardig te ontdekken dat iedere voorouder weer twee ouders heeft en dat er, bij iedere generatie eerder, zich dus ook twee keer zoveel namen aandienen. Ik pak voor nu ‘mijn’ opa en oma-lijnen. Aan vaders zijde stuitte ik op het doopboek van Meulunteren waar ‘de eerste’ Veldhuijsen in (pak-‘m-beet) de achttiende eeuw werd ingeschreven als een ‘Willemsen’, kennelijk geboren in ‘het Veldhuisje’. De familie vestigde zich in Lage Vuurse, waar mijn betovergrootvader boswachter was. Zijn kleinzoon, mijn opa, werd leraar in Nederlands-IndiĂ«, vandaar dat mijn vader in Semarang werd geboren. Mijn oma kwam uit Nijmegen. Kleindochter van een winkelierster die al enkele jaren weduwe was toen zij miraculeus een zoon kreeg. Mijn oma aan moederszijde bracht de kleurrijke ontdekkingen van haar broer, tussen haar spraakoefeningen en levenswijs heden verder. Globetrotters, VOC-bestuurders, kolonisten met klankvolle namen al...

5. Tong Au (1977-1979)

Mijn moeder zette op de nieuwe school met Ă©Ă©n van de andere moeders de bibliotheek op. De hele week was ik, met een vrolijke vriend druk met de weeksluiting. Of we speelden journalist. Cassetterecorder mee of het Kodakboxje van mijn ouders. We bevroegen mensen op straat naar hun reizen of favoriete muziek. Enkele foto’s die mij bijbleven zijn die van het monster van Loch Ness, een fantasie-UFO en Tong au. In iedere wolk die een schaduw over Loch Ness wierp zag ik het monster. Uit een stukje papier scheurde ik een strookje zwart voor op het raam. Wanneer mijn ouders de foto’s zouden ophalen werden ze geconfronteerd met een vage UFO. Voor mijn tijdschriftje ‘De Mare’ (oplage 10) was ik altijd op zoek naar spelfouten in advertenties of lopende rode mannetjes in groene verkeerslichten. Zo trof ik in Gouda, Chinees restaurant Tong au. Niet iedereen begreep de grap, maar bij ‘Hoe Bestaat het’ van de VARA werd het uitgezonden. Hartstikke trots natuurlijk. Ik had een penvriend in Ohio. We st...

4. Tafels (1974-1976)

Aan rekenen had ik een broertje dood. Ik was blijven zitten en het stomerds-briefje had dubieuze vruchten afgeworpen. Het plan was mij bij het jongere zusje van mijn moeder te laten inwonen. Mij werd niets gevraagd. Ik was er die zomer logeren in een bos. Druk met spoorbanen maken van takken en kreeg medegedeeld dat er een nieuwe kamer voor mij was in Overvecht. Aan mijn nichtje had ik een jonger zusje die ik kon voorlezen. Een serie zondagochtenden mocht ik mee op rondleiding door de stad. Ik kreeg van alles te weten over beeldjes aan de gevels van de Oude Gracht, de Winkel van Sinkel of de postzegelmarkt. Voor ik naar die hervormde school kon had ik nog de tafels uit mijn hoofd te leren. De getallenreeksen werden er ingestampt. Ik hield het twee maanden vol op een school waar de dagen begonnen met gebed. Dit strookte niet zo met wat mijn vader in mijn babyalbum had geschreven onder het voorgedrukte kopje ‘Geloof’: ‘Kijk zelf maar of je dat wil mijn kind en bepaal wat je het beste...

3. 'Stomerds' (1971-1973)

Als ik uit ons woonkamerraam kijk, zie ik mij als mannetje naar school lopen. De Frisoschool bevindt zich aan het einde van de straat waar ik nu woon. Hoewel mijn toen 16-jarig zusje zich graag om mij bekommerde kan ik mij niet herinneren of er iemand met mij meeliep. Wel in de pauze, wanneer ik met een klasgenootje naar de boekwinkel liep. Visalis. De naam stond, zo begreep ik later, voor visie, sales en libris. Het logo, een uil.  Nog steeds ruik ik het zure appeltje dat ik met mij meedroeg, hoor ik de juffrouw en meester en voel ik het koude brandweerhok waar ik mijn straffen uitzat. Ik zal wel weer aan het dagdromen zijn geweest, want ik liet mij graag afleiden. Wat moet je ook met Oom, Roos en Pijp-bordjes als je denkt dat je toch al kan lezen. In het brandweerhok vermaakte ik mij prima. Daar lagen de boekjes die we in de klas nog niet hadden gekregen. Het huis waar wij woonden werd verkocht, er werden enkele winkelpanden overgenomen en we verhuisden naar de stad. Mijn jongste...

2. Sambal 1968-1970

Wat kon ik blèren toen mijn duim tussen de deur kwam van wat mijn ouders ‘het paviljoen’ noemden. Ik had de boosdoener graag laten zien hoe blauw en doorzichtig de duim geworden was, maar de man had zijn bus te halen. De achterzijde van de boekhandel, kwam uit op de bushalte aan de Schuttersgracht. Ik verwonderde mij er over de vele tijdschriften en mocht graag wegzwijmelen in de geur van verse drukinkt. Ik kon al Googlen toen ik vijf was zeg ik wel eens. Dat Googlen avant la lettre moet tussen de Bobo en de Donald Duck hebben plaatsgevonden. Ik kon vroeg lezen, maar ook al vroeg mijn verbeelding zijn werk laten doen, dus wat ik erover opteken zal een mix zijn van reconstructie, herinnering en wat zich in de loop der jaren aan mijn fantasie heeft ontsproten. Boeken met streepjes tussen de lettergrepen, een groot Engels boek met een alfabet van ‘animals’, Pinkeltjes en een Junglebook met opklappende en in- en uitschuifbare dierfiguren. Vele boeken kwamen van Sinterklaas. De goedheiligma...

1. Kon geweest 1965-1967

Opgegroeid in de boekwinkel van mijn ouders zou het logischer zijn dat ik hieronder Jungleboek, Bobo of The Hobbit zou posten. Doe ik niet. Ik snuffel in mijn cave-collectie wat ik er aan muzikale parels heb staan uit mijn eerste jaren op deze planeet, en draai er wat van terwijl gewoon het leven van alledag zich door mijn hoofd afspoelt. Evengoed heb ik mij ertoe gezet om, naast al het lonkende vinyl ook te ontspullen en realiseer mij bij het afscheid nemen ervan dat ieder spul verdrongen herinneringen oproept. Van mijn angst voor de tandarts tot mijn eeuwige dorst, het heeft zo zijn grondslagen die zich verhullen in een prul. Bij mijn afscheid van Humpty Dumpty kom ik overigens niet verder dan het geluid van het geklongel (een dof geklingel) en een later bijgebracht Iers kinderversje. Ook de relaxte noten van Wes Montgomery en de stevigere tonen van the Stones zijn mij natuurlijk pas later ter ore gekomen. In militaire dienst was er zelfs een psycholoog voor nodig om mij terug te bre...